47

 

 

 

 

Sally merkte dat ze op het strand was. Ze kon zich niet herinneren hoe ze er was gekomen. Het was koud maar ze voelde het niet. Robert had zijn jasje uitgetrokken en om haar schouders gehangen. Er kwam nog steeds warmte van het vuur. Ze besefte opeens dat het wel genoeg was geweest en dat ze best thuis zou willen zijn. Haar ouders zouden slapen en ze kon zo geruisloos mogelijk binnenkomen en een kop thee voor zichzelf zetten. Ze was moe en verlangde naar het eenpersoonsbed waarin ze had geslapen sinds ze haar kinderbedje was ontgroeid. Het dekbed zou warm zijn en ze zou snel in slaap vallen. Ze wilde niets liever dan slapen. Maar slapen, zo leek het, was nu niet mogelijk. Robert wilde praten.

‘Heeft Catherine je verteld wat er gebeurd is toen we de laatste keer hier waren?’

‘Ik wil het niet horen,’ zei Sally.

‘Wat was er toch met haar?’

‘Hoor eens,’ zei ze, ‘het kan me niet schelen. Niet nu.’

Ze leunde met haar rug tegen hem aan en voelde haar ogen dichtzakken. De dolk aan zijn riem drukte in haar onderrug. Het was geen onprettig gevoel en bovendien was ze te moe om zich te bewegen. Kwam het alleen door de drank? Deed drank dat met je, dat je alleen nog maar wilde slapen en alles wilde vergeten?

‘Mama heeft altijd gelijk gehad met wat ze over haar zei,’ zei Robert. Ze voelde de woorden op de huid van haar schedel. Wat probeerde hij haar te vertellen? Ze besefte dat ze niet kon slapen. Ze moest luisteren.

‘Wat bedoel je?’

‘Ze vond Catherine een vreemd meisje. Zei dat ze niet deugde.’

‘Ze was mijn vriendin,’ zei Sally, hoewel het raar leek om het voor Catherine op te nemen, voorál tegenover Robert.

‘Ze heeft geprobeerd me voor gek te zetten. Ik kon dat niet laten gebeuren.’

‘Dat hoefde je ook niet. Ze overleed.’

‘Ik vond haar leuk,’ zei hij. ‘Ik viel op haar. Dat was haar bedoeling. Mama zei dat dat haar opzet was. Ze daagde me uit, zei mama, om te zien hoe ik daarop zou reageren.’

Laat in godsnaam je moeder erbuiten, dacht Sally. Ze zag opeens voor zich hoe het zou gaan als ze echt bij elkaar zouden blijven. Bij het eerste het beste probleempje zou hij naar Celia rennen om op haar schouder uit te huilen en van haar te verlangen dat ze alles recht zou zetten. Misschien was het gezonder om de pest aan je moeder te hebben. Misschien moest ze Margaret dankbaar zijn omdat die haar als een stuk vuil behandelde. Verder weg van het vuur was het strand bevroren. De golven hadden, nadat ze zich hadden teruggetrokken, het zand voorzien van een laagje ijs dat melkachtig glom in het maanlicht. Godallemachtig, dacht ze, wat een puinhoop.

‘Ze heeft me gefilmd,’ zei Robert.

‘Ze filmde iedereen.’

‘Ze heeft me gefilmd toen ik haar sloeg. Op die avond. Ze daagde me net zo lang uit totdat ik haar sloeg, tot ik haar een klap in haar gezicht gaf en zij er een rode wang aan overhield. Dat was wat ze wilde. Dat was goed voor haar film, zei ze. Ze had de camera op een statief gezet en me geprovoceerd totdat ik vergeten was dat die er was. Alsof ik een getrainde zeehond was.’

Sally zei niets.

‘Hoor je me?’ vroeg hij op dwingende toon.

Sally probeerde zich van hem los te maken, maar hij hield haar schouders vast.

‘Ga je mij ook slaan?’ De woorden klonken alsof ze door iemand anders werden gezegd, niet door haar. Ze had hem niet met Catherine moeten pesten. Het was zijn schuld niet. Ze wist hoe Catherine was. En het had geen zin om hem boos te maken.

‘Nee,’ zei Robert. Zijn stem klonk als die van een jongetje, vond Sally. Hij deed haar denken aan de kinderen van de school van haar moeder. ‘Nee, natuurlijk niet.’

‘Loop van haar weg.’ Deze woorden werden door een volwassene uitgesproken. Ze stonden naar het vuur gekeerd, met daarachter de zee, zodat ze Jimmy Perez niet hadden horen aankomen. Hij moest heel stilletjes over het grindpad zijn gelopen, bedacht Sally. Hij was een stille man. Zelfs toen hij de woorden herhaalde, klonken ze niet hard. Ze draaiden zich naar hem om.

‘Je moeder wil je spreken, Robert. Kom.’

Robert kwam in beweging en Sally dacht: dat was het dan. Celia heeft gewonnen. Ze hoeft hem maar te roepen en hij rent naar haar toe. En ze wist dat ze hem waarschijnlijk nooit meer zou zien. Ze zag Robert wegsloffen en in het duister verdwijnen. Verderop op het strand hoorde ze stemmen, verhitte stemmen, alsof er mensen een meningsverschil hadden. Ze kon niet horen waar het over ging. Ze bedacht dat Robert zich niet bijzonder elegant bewoog. Hij had tamelijk korte benen. Zijn achterste bevond zich te dicht boven de grond. Ze vroeg zich af wat ze ooit in hem had gezien. Hij had haar zijn jasje laten houden, maar ze rilde, keerde zich naar de restanten van het vuur en voelde de warmte op haar wang. Die zou gloeien en rood zijn, dacht ze, alsof ze een klap had gekregen. In haar hand had ze de dolk die ze uit de schede aan Roberts riem had gehaald toen hij haar in bedwang probeerde te houden.

‘Zou je hem ook hebben vermoord?’ vroeg de inspecteur.

Sally gaf geen antwoord. Ze hield de dolk op, zodat de gloed van de sintels in het lemmet weerkaatste. Het zachte, rode licht legde een purperen glans op het lemmet, alsof het al met bloed was bedekt.

‘We hebben Cassie gevonden,’ zei Perez. ‘Ze is ongedeerd.’

‘Robert had er niets mee te maken,’ zei ze. ‘Hij had de achterdeuren van het busje opengelaten. Cassie was bij haar moeder weggelopen. Ik heb tegen haar gezegd dat ik haar zou helpen mevrouw Hunter terug te vinden. Er lag een touw achter in het busje. Ik ben vroeger bij de verkenners geweest. Ik ben goed in knopen.’ Ze zweeg even. Toen ze op de kruising bij Brae geslipt waren, had ze Cassie door de laadruimte van het busje horen rollen. Robert had er niets van gemerkt.

‘Waarom had je haar meegenomen?’ vroeg de inspecteur. ‘Je hoeft geen antwoord te geven. Ik mag eigenlijk helemaal niet met je praten zonder je advocaat erbij, maar ik vraag het me gewoon af. Zo’n jong kind. Hoe kan zij voor jou nou bedreigend zijn geweest?’

‘Ze had me gezien op die avond met Catherine. Ze was wakker geworden omdat ze een of andere nachtmerrie had. Ze had me door haar slaapkamerraam in het maanlicht gezien. Ik heb geprobeerd haar ervan te overtuigen dat ze het moest hebben gedroomd. Toen ik haar vanavond in Lerwick zag lopen, verdwaald en helemaal in paniek, vond ik dat ik het risico niet kon nemen. Dom.’ Maar dat was niet het enige geweest. Het was het meisje zelf. Je kon aan haar zien dat ze net als Catherine zou worden. Vol zelfvertrouwen en vol van zichzelf. Geen meisje dat gepest zou worden, dat elke ochtend voordat ze naar school ging misselijk van de zenuwen zou zijn. Zij zou het zijn die de bijdehante opmerkingen zou maken waar een ander arm kind buikpijn van kreeg. Hooghartig. Haar moeder had op dat punt gelijk gehad.

‘Waarom heb je haar niet meteen vermoord?’ vroeg Perez.

Sally haalde haar schouders op. ‘Ik moest wachten tot het feest voorbij was en alles weer rustig was, of niet soms?’ Rustig, zoals op de avond dat ik Catherine heb vermoord. Een avond als deze.

‘Heb je daarom Robert zijn dolk afgepakt?’

Ze haalde haar schouders weer op.

‘Je hebt hem nu niet meer nodig,’ zei hij. ‘Je kunt hem beter aan mij geven.’

Sally gaf geen antwoord. Ze ging in het zand zitten en liet de dolk op haar knie rusten. In de verte hoorde ze auto’s bij de Haa wegrijden. Het feest was afgelopen. Robert zou naar huis gaan met Celia. Die twee verdienden elkaar.

‘Sally, geef me die dolk.’

Ze dacht even dat ze misschien bij hem zou kunnen komen voordat hij haar kon tegenhouden. In gedachten woog ze de mogelijkheid af. De opwinding van de daad. Zou het dezelfde kick geven als toen ze Catherine had vermoord? Misschien zou dit nog wel opwindender zijn. Ze zag het voor zich, versplinterd bot en bloed, het machtsgevoel als ze daar stond en toekeek terwijl zijn leven zou wegsijpelen in het bevroren zand. Het was nu natuurlijk uitgesloten dat ze vrijuit zou gaan. Ze had nooit gedacht dat ze voor de moord op Catherine vrijuit zou gaan. Ook niet toen ze de oude man hadden gearresteerd. Dit was Shetland, waar je geen scheet kon laten zonder dat iedereen ervan wist. Trouwens, het zou haar teleurgesteld hebben als het een geheim zou blijven. Ze dacht aan haar vriendinnen op school, hoe hun gezicht eruit zou zien als ze het te horen kregen. Ze zou er alles voor overhebben om in de groepskamer te kunnen zijn als het nieuws bekend werd, haar foto op de voorpagina van de kranten zou staan en op televisie te zien zou zijn. Ze zou een beroemdheid zijn.

‘Sally, geef de dolk aan mij.’

Ze klemde haar hand om het benen heft van de dolk en stond op het punt om naar hem uit te halen, maar ze voelde zich opeens weer zo moe. Ze stond op en met het beetje energie dat ze nog had gooide ze de dolk in de richting van de zee. Die maakte een paar buitelingen in de lucht en viel toen in het ondiepe water. Het was te donker om het water te zien opspatten, maar ze hoorde de plons.

Perez liep naar haar toe, stak zijn hand uit en trok haar overeind. Niet ruw of onvriendelijk, maar gewoon alsof hij haar overeind wilde helpen. Toen legde hij zijn arm om haar schouders en liepen ze samen het strand op. Vanaf een afstand zouden ze eruitzien als een verliefd stel.

 

Ravenzwart
titlepage.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_000.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_001.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_002.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_003.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_004.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_005.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_006.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_007.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_008.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_009.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_010.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_011.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_012.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_013.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_014.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_015.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_016.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_017.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_018.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_019.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_020.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_021.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_022.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_023.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_024.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_025.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_026.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_027.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_028.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_029.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_030.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_031.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_032.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_033.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_034.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_035.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_036.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_037.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_038.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_039.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_040.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_041.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_042.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_043.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_044.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_045.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_046.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_047.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_048.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_049.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_050.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_051.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_052.xhtml